De zoötechnische aspecten van loopstallen voor paarden

3.1 Loopstallen in praktijk

Als je een onderzoek wilt doen waarin bedrijfsbezoeken een cruciale rol spelen, ben je voor het welslagen van dat onderzoek afhankelijk van de medewerking van bedrijven. Als je die eenmaal hebt gekregen, moet je er natuurlijk zo goed mogelijk gebruik van maken, door de bezoeken grondig voor te bereiden aan de hand van de literatuur, en volgens een vast patroon te laten verlopen. Tegenover de bedrijfsleider wel zo beleefd, en bovendien van groot belang voor de betrouwbaarheid van de resultaten van het onderzoek.

3.1.1 Bedrijven

Medewerking - Het al dan niet slagen van het onderzoek naar de zoötechnische aspecten van loopstallen voor paarden is vooral van mijzelf afhankelijk geweest; aan de medewerking van de bedrijven heeft het namelijk niet gelegen. Bij alle paardenhouders die reageerden op oproepjes in het orgaan van hun stamboekvereniging, en op de bedrijven die ik zelf benaderd heb, mocht ik de loopstal komen bekijken. Overal kreeg ik antwoord op alle vragen uit de aandachtspuntenlijst die, in een poging tot grondige voorbereiding, toch van het formaat waslijst was.

3.1.2 Loopstallen in Nederland

Aantal - Het aantal loopstallen voor paarden in Nederland is groter dan verwacht. Aan het begin van het onderzoek was er de hoop dat met enige inspanning 7 of 8 bedrijven te vinden zouden zijn, die hun medewerking wilden verlenen. Dit waren er binnen korte tijd en zonder veel moeite al een stuk meer. Reacties op oproepen kwamen nog binnen tot weken nadat omwille van de tijd geen bedrijven meer bezocht konden worden. Het totaal aantal loopstallen in Nederland is onbekend; naar schatting is ongeveer de helft bezocht.
Dat de meeste bezochte bedrijven in het zuiden en oosten van het land liggen kan te maken hebben met het feit dat slechts een deel van alle loopstallen in Nederland in het onderzoek betrokken is. Het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn dat in het westen en noorden minder paarden worden gehouden dan in het oosten en zuiden, en er daarom ook minder loopstallen zijn.

Overwegingen - Op één na alle paardenhouders konden aangegeven wat hun overwegingen waren om voor een loopstal te kiezen. De keuze voor een loopstal berust op argumenten, niet op curiositeit. De meest genoemde argumenten zijn "sociaal contact tussen de paarden", "de paarden geven zichzelf beweging" en "de dieren zijn eenvoudig te onderhouden". Er lijkt geen verband te bestaan tussen een bepaald argument en het soort bedrijf, de bedrijfsomvang, het type paarden, het gebruiksdoel van de paarden of het type loopstal.
Wie de door de paardenhouders genoemde argumenten naast elkaar legt, ziet dat ze terug te voeren zijn op vier thema's. Precies die vier, die uit de literatuur (Knaap en Bouwman 1992; Paardenhouderij praktisch bekeken 1986; Piotrowski 1983, 1988) al naar voren kwamen als zijnde voordelig aan loopstallen:

  1. het welzijn van het paard;
  2. de gezondheid van het paard;
  3. het arbeidstechnisch voordeel voor de eigenaar;
  4. het financieel voordeel voor de eigenaar.

Welk van de vier thema's het meest belangrijke is, is moeilijk uit te maken; ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De meeste genoemde argumenten passen dan ook binnen meerdere thema's. Bewegingsvrijheid bijvoorbeeld komt het welzijn van het paard ten goede, omdat het zelf in zijn natuurlijke behoefte aan beweging kan voorzien, de regelmatige lichaamsbeweging is goed voor lijf en leden, en maakt dat zijn baasje minder vaak of minder lang hoeft te rijden, wat tijd (en daarmee geld) bespaart. Verder draagt een goede gezondheid bij aan het welzijn van het paard, en reduceert de dierenartskosten.

Ervaring met loopstallen... - Op een aantal bedrijven heeft men jaren geleden al voordelen gezien in het houden van paarden in loopstallen. Zelfs nog voordat er over geschreven werd: de twee oudste loopstallen in dit onderzoek zijn ouder dan de oudste literatuur over loopstallen die de bibliotheek te bieden had. Verreweg de meeste loopstallen in dit onderzoek zijn in de afgelopen 10 jaar gebouwd. Omdat slechts een deel van alle loopstallen in Nederland in het onderzoek betrokken is, is moeilijk aan te geven of deze trend op landelijk niveau is ontstaan. Het lijkt er in ieder geval wel op. Er zijn een aantal redenen te bedenken die bijgedragen zouden kunnen hebben aan de opkomst van loopstallen voor paarden. Ten eerste zou door publicaties de bekendheid van de loopstal onder paardenhouders kunnen zijn toegenomen. Ten tweede is de belangstelling voor het welzijnsvriendelijk houden van dieren de afgelopen jaren enorm gegroeid, in allerlei takken van de dierhouderij. Ten derde zijn uit de melkveehouderij vele positieve ervaringen met loopstallen gekomen; groepshuisvesting voor runderen is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld. En, last but not least, zouden de alsmaar stijgende kosten en het toenemende gebrek aan tijd en ruimte aanleiding kunnen zijn geweest om te zoeken naar een alternatief huisvestingssysteem. Op al deze terreinen biedt de loopstal perspectief.

...en met een ander systeem - Op alle bezochte bedrijven is ervaring met het individueel huisvesten van paarden. Op 21 bedrijven wordt een deel van de paarden nog steeds individueel gehouden. Reden te meer om aan te nemen dat keuze voor een loopstal niet "zo maar" gemaakt is. Kennelijk zijn de voor- en nadelen van het systeem tegen elkaar afgewogen, en is men tot de conclusie gekomen dat voor de ene groep paarden de voordelen, en voor de andere de nadelen het meeste gewicht in de schaal legden. Paardenhouders die van individuele huisvesting zijn overgestapt op groepshuisvesting zijn niet bedrogen uitgekomen: zij geven allen aan dat het “nieuwe” systeem beter bevalt.

« vorige | volgende »