De zoötechnische aspecten van loopstallen voor paarden

Inleiding

De titel "De zoötechnische aspecten van loopstallen voor paarden" bevat twee termen die misschien nadere uitleg behoeven. Ten eerste "loopstallen". Dat woord spreekt eigenlijk voor zich; het zijn stallen waarin dieren vrij kunnen rondlopen. Om precies te zijn: stallen waar groepen dieren vrij kunnen rondlopen; de loopstal is een systeem voor groepshuisvesting van dieren. Ten tweede "zoötechniek". Het voorvoegsel "zoö-" geeft aan dat het iets met dieren te maken heeft. Wat, dat wordt goed omschreven in Wolters’ verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal: "zoötechniek [...], wetenschap van het fokken, huisvesten, verzorgen en voeden van de dieren [...]". Een breed begrip dus!

In het in deze scriptie beschreven onderzoek naar de zoötechnische aspecten van loopstallen voor paarden is bewust gekozen voor "breedte": het is een inventarisatie van zowel literatuurgegevens als praktijkervaringen van paardenhouders met loopstallen. Aan bod komen onder andere zoötechnische aspecten als stalbouw en -inrichting, strooiselhygiëne, type, leeftijd en indeling van de groepen paarden en ruw- en krachtvoerverstrekking. Ook wordt gekeken naar de mogelijke invloed van de loopstal op de gezondheid van de paarden die er gehouden worden. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om te achterhalen wat de voor- en nadelen zijn van het houden van paarden in loopstallen, welke problemen er bij optreden en of, en zo ja, hoe deze kunnen worden opgelost.

In hoofdstuk 1 zijn de literatuurgegevens over loopstallen voor paarden op een rij gezet, in hoofdstuk 2 vindt u de praktijkervaringen van 23 paardenhouders met loopstallen en in hoofdstuk 3 worden literatuur en praktijk met elkaar vergeleken, en mogelijke verklaringen voor overeenkomsten en verschillen gegeven. Het geheel wordt afgesloten met een conclusie en enkele suggesties voor verder onderzoek.

« vorige | volgende »